Noord-Kaap

Het Augrabies Falls nationaal park staat bekend om haar waterval die ontzettend veel lawaai produceert. De naam van het park komt van de Khoi-stam.

Zij noemen het Aukoerebis, dit betekent ‘de plaats van het grote lawaai’. Een betere naam voor dit nationale park bestaat er niet. De waterval bestaat uit een hoofdgeul en 18 kleinere geulen waar de Orange River 56 meter naar beneden stort.

In het park kunnen rondom de waterval verschillende wandelingen gemaakt worden. In een apart deel van het park kun je op safari gaan. Hier leeft onder andere de bedreigde zwarte neushoorn, maar die laat zich helaas niet vaak zien.

Dieren die zich wel laten zien zijn de springbok, baviaan, aardwolf en de groene meerkat.

Het park ligt in het noordwesten van het Richtersveld, op de grens met Namibië. Het lijkt in eerste instantie een oneindige leegte met af en toe een rotsformatie. Niets is minder waar want er leven verschillende kleine reptielen en vogels. Vooral in de lente is het park op z’n mooist, dan verandert het droge woestijngebied in een bloemenspektakel.

Een bijzondere verschijning in het park is de ‘halfmens’. In tegenstelling tot de naam doet vermoeden, is dit een plant. De plant lijkt op een soort menselijk gestalte met kleine bloemen die uit slurfachtige armen groeien. In het park is ook de kokerboom te vinden.

De holle takken van de kokerboom groeien in principe alleen boven op de boom. De naam Kokerboom is afgeleid van de Bosjesmannen (San) die de holle takken van de plant gebruikte om er pijlenkokers van te maken.

Kimberley is de hoofdstad van de provincie en economisch gezien van groot belang geweest voor Zuid-Afrika.

In 1866 vond Erasmus Jacobs een glinsterende steen op de oever van de Orange River. Het steentje bleek een diamant van 21.25 karaats te zijn en staat bekend als de ‘Eureka’.

De diamantkoorts brak pas los toen in 1871 op Colesburg Koppie een diamant van maar liefst 83.50 karaats gevonden werd. Er kwamen duizenden mijnwerkers naar het gebied om diamanten op te graven. De heuvel waar de diamanten ontdekt waren veranderde in een mijn en werd hierdoor een enorm gat. De mijn wordt door de Zuid-Afrikanen ook wel ‘die groot gat’ genoemd.

De naam van de stad veranderde in 1873 naar Kimberley, naar de Engelse Lord Kimberley die destijds het gebied regeerde. Een bezoek aan het Kimberley Mine Museum en The Big Hole (‘die grote gat’) zijn een must-do als je deze stad bezoekt.